donderdag 28 juli 2011

Archetypen


Archetypen vallen het beste te begrijpen via een kleine omweg, namelijk via de instincten of driften. Instincten staan erg dicht bij de archetypen, zowel wat betreft hun wijze van functioneren alsook door het feit dat ze ongetwijfeld overgeërfd zijn.[1] In tegenstelling tot dieren kan de mens zijn instincten camoufleren door het bewuste handelen op grond van een individuele wilsbeschikking of door conventies. Hier zien we dus de vrije wil van de mens een belangrijke rol spelen. Bij dieren heeft instinct een functie. We zien we dat dieren op bepaalde prikkels uit de omgeving reageren. Door een keten van reflexen wordt die reactie van het dier, in die specifieke situatie, uiteindelijk tot een vast patroon in zijn gedrag.  Aangezien dergelijk gedrag kennelijk kan worden overgeërfd, zou ik zeggen dat die gedragsveranderingen worden vastgelegd in het DNA materiaal van dieren. Bij mensen zal dat niet veel anders gaan.

Het archetype heeft het karakter van een model of van een overgeërfde structuur en het reageert op prikkels uit de omgeving. Archetypen zijn dus niet zoiets als overgeërfde beelden. Ze zijn structuurelementen van het collectieve onbewuste, die in staat zijn beelden te scheppen. Archetypen zijn geen beelden maar ze tonen zich in beelden.[2] De Wikipedia voegt daaraan toe dat het bij archetypen om een soort oorspronkelijk patroon gaat waarnaar andere, soortgelijke zaken worden gemodelleerd.[3]

Verder beschrijft de Wikipedia archetypen als onbewuste, universele ideeënpatronen. Archetypen zijn aangeboren mogelijkheden waardoor beelden de neiging hebben zich op eenzelfde manier te ontwikkelen. Mensen erven dus niet bepaalde beelden, mensen erven slechts de mogelijkheid tot het vormen van eenzelfde type beelden. Deze worden verder persoonlijk ingevuld. Jung schrijft ook dat het archetype an sich niet bestaat. Het is slechts een soort blueprint. Archetypen zijn als het ware lege matrijzen die pas vlees en bloed worden als ze opgeroepen worden en vervolgens buiten ons geprojecteerd. Zij komen niet alleen in mythen en andere universele verhalen zoals sprookjes tot uitdrukking, maar ook in dromen. Ook bepaalde mensen, plaatsen, situaties of geuren kunnen iets hebben dat het archetype wakker maakt. Wanneer een archetype wordt geprojecteerd op een persoon krijgt deze een bovennatuurlijke glans. Deze glans betovert doordat ze iets aantrekkelijk, fascinerend heeft én tegelijkertijd iets afschrikwekkend en zelfs angstaanjagend. Dit dubbelzinnige effect van het archetype en haar onbewuste werking maken dat een archetypische projectie in staat is om mensen te binden. Het vernietigende charisma van sommige leiderstypes en het verslavende karakter van bepaalde verliefdheden kunnen van hieruit verklaard worden.[4]

Net zoals het lichaam bij de geboorte éénzelfde basisvorm vertoont, is ook de psyche dus op een bepaalde wijze gestructureerd. De gemeenschappelijke structuren van het collectieve onbewuste, de archetypen, zijn als het ware ingegroefd in de psyche door de gelijkaardige ervaringen van alle mensen van alle tijden. Zoals de instincten de dieren aanzetten tot een gelijkaardig automatisch gedrag, zo worden mensen door de zogenaamde archetypen gedreven tot een automatisch gedachten- en gevoelspatroon. Archetypen roepen dus bepaalde reacties op. Deze zijn niet zoals bij instinct voorspelbaar, maar ze bestaan uit soms ingewikkelde combinaties van gevoelens, intenties en voorstellingen. Omdat het archetype vanuit het onbewuste werkt komen die gevoelens, intenties en voorstellingen dus naar buiten in de vorm van fantasieën, symbolen of symboolcombinaties. Misschien is het nu ook gemakkelijker te begrijpen waarom eerder het onderscheid werd gemaakt tussen individuele en collectieve symbolen. Een individueel symbool ontstaat voornamelijk door projectie van een inhoud van het persoonlijk onbewuste en een collectief symbool is de projectie van een aspect van een archetype.

Zoals we hebben gezien zijn archetypen structuurelementen van het collectieve onbewuste, die in staat zijn beelden te scheppen. Deze beelden worden vervolgens op objecten in de buitenwereld geprojecteerd. Daarnaast roepen de archetypen fantasieën op die vorm en richting aan onze driften geven. Om die reden karakteriseerde Jung archetypen ook als het ‘vormende principe van de aandrift’ of kortweg ‘het beeld van de drift’.[5] Nu is het zo dat driften de impulsen voor al ons handelen vormen, onze driften staan aan de basis van ons leven. In feite wordt ons levenslot bepaald door de confrontatie van onze archetypische mogelijkheden met de ons omringende werkelijkheid. Hiermee staan we al ver af van enige relatie met rituelen, toch wil ik dit stuk voor de duidelijkheid afronden met een voorbeeld, de anima.

De anima is het archetype van het onbewuste vrouwelijke principe in de ziel van de man. Dit archetype wekt, zoals alle archetypen, fantasieën en andere symbolen op en oefent daardoor invloed uit op het werkelijke leven. Het archetype van de anima ligt aanvankelijk in het archetype van de moeder besloten. Wanneer de man langzaam maar zeker volwassen wordt maakt de anima zich los van het moeder- archetype. Dit uit zich op zeker moment in fantasieën die op meisjes en vrouwen worden geprojecteerd. De anima bevat echter veel meer aspecten en manifestaties dan welk meisje, of welke vrouw ook in werkelijkheid in zich heeft. De anima is het zacht meisje, de hoer, de betoverende nimf en de kuise maagd, ze is de razende bacchante en de hoedster van verborgen wijsheid, ze is het alledaagse, rustige gevoel en de extatische verrukking. Kortom de anima omvat de som van alle denkbare ervaringen die de man in het onbewuste vrouwelijke aspect van zijn ziel ooit zou kunnen ondergaan. Waar het hierbij om gaat is dat de man al deze aspecten van het vrouwelijke al onbewust in zich draagt voordat hij er in de buitenwereld ooit mee in aanraking is gekomen.

Overigens draagt ook elke vrouw een dergelijk archetype in zich, de animus, het onbewuste mannelijke principe in de ziel van de vrouw. Er is volgens mij vervolgens niet veel fantasie voor nodig om in te zien dat relaties in grote mate afhankelijk zijn van het karakter van de beide partners en de mate waarin driften aangestuurd door fantasieën die zijn opgeroepen door de anima of animus een plek krijgen in de relatie. Daarbij is het wel zo dat wanneer de anima of animus wordt verdrongen de man of vrouw in kwestie kan verkommeren en zelfs ziek worden.

Wat voor ons belangrijk is in dit stuk over de archetypen is de waarneming dat de gemeenschappelijke structuren van het collectieve onbewuste, de archetypen, als het ware zijn ingegroefd in de psyche door de gelijkaardige ervaringen van alle mensen van alle tijden. In de archetypen hebben we dus een link naar een verleden dat ver achter ons ligt.


[1] Helmut Barz, Jung en zijn psychotherapie. (Amsterdam, 1981) p. 122
[2] Barz, Jung en zijn psychotherapie. p. 124
[5] Barz, Jung en zijn psychotherapie. p. 127

Geen opmerkingen:

Een reactie posten