zondag 24 juli 2011

De ziel

In ‘Jung en zijn psychotherapie’ valt te lezen dat de ziel zich manifesteert door middel van lichamelijke processen. De ziel is echter niet het lichaam. Men kan ook niet zeggen dat de mens een lichaam en een ziel heeft, de mens is beide, lichaam en ziel. Fundamenteel voor de ziel is het vermogen om de wereld waar te nemen. Door middel van de zintuigen kan de ziel zien, horen, ruiken, proeven en voelen (in de zin van tasten). De wereld om ons heen bestaat uit electromagnetische trillingen. Onze zintuigen zijn in staat die trillingen op te vangen en via ons zenuwstelsel door te geven aan de hersenen. Pas in de ziel ontstaat vervolgens een bepaalde waarneming. Zo is een groene wei dus niet objectief groen (objectief bestaat hoogstens het feit dat dat het gras een bepaalde trilling van het zonlicht weerkaatst). De wei wordt pas groen door de waarnemende ziel van de mens. Zo is het ook met klanken. Objectief zijn dit slechts geluidloze trillingen die pas door onze waarneming het karakter van klanken krijgen.

De ervaringen die de ziel op deze manier opdoet van de buitenwereld worden, met behulp van de hersenen, opgeslagen in ons geheugen. Het geheugen vormt dan ook de basis voor onze psychische continuïteit. Hier vinden we ook weer een belangrijke relatie met de mogelijkheid dat rituelen een brug naar het verleden kunnen slaan, of een poort naar het verleden kunnen openen. In het geheugen liggen namelijk alle ervaringen van het individu opgeslagen, ook de die van vergeten gebeurtenissen. Via de dragers van de erfelijke eigenschappen bestaat er zelfs een verband met de psychische basisstructuur van de voorouders, die slechts indirect voor het bewustzijn toegankelijk is. In de vorm van ons geheugen omvat onze ziel niet alleen het verleden, maar is zo ook in staat zich op de toekomst te richten. Door onze verbeeldingskracht kunnen we ons niet alleen het verleden voor de geest halen, maar ons ook iets voorstellen wat in de toekomst zal plaatsvinden.[1]

Wat ik hieraan interessant vind, is dat hier een mogelijkheid aanwezig is om via rituelen een poort naar het verleden te openen. Stel dat we in rituelen en ook op andere manieren, bijvoorbeeld via spel, vrij associëren of geleide meditatie, contact maken met ons onderbewuste. Wanneer we dat vervolgens in ons handelen en in onze creatieve uitingen laten doorwerken, komen daardoor dan ook al die ervaringen uit ons eigen leven, maar ook die van onze voorouders, naar buiten? Anders gezegd, worden die ervaringen zichtbaar in ons handelen en in onze creatieve uitingen van dat moment? Wanneer dat waar is zou het heel goed kunnen dat in hedendaagse rituelen inderdaad oude heidense rituelen tot leven komen. 

Nog een aanwijzing dat de ziel een verbinding met het verleden kan leggen komt voort uit de ervaring van Jung dat de ziel dingen voortbracht die niet van hemzelf of uit zijn eigen bewustzijn afkomstig waren, maar die zichzelf schiepen en hun eigen leven leidden. Ook voerde Jung gesprekken met fantasiegestalten die niet het product van hemzelf leken. Hij ervoer ze als krachten die niet van zijn eigen zelf afkomstig waren. Een van die figuren waar Jung gesprekken mee voerde was Philemon en deze sprak dingen uit die Jung niet bewust gedacht had. Door die gesprekken werd Jung zich bewust van de ‘werkelijkheid van de ziel’. Door Philemon begreep Jung dat er, buiten zijn bewustzijn, iets in hem aanwezig was dat dingen kon uitspreken die hij zelf niet wist en niet bedoelde, dingen die wellicht tegen hemzelf gericht waren. Tijdens een gesprek met een Indiër, een vriend van Ghandi, realiseerde Jung zich dat deze Philemon een geest uit het verleden was. De Indiër legt hem namelijk uit dat zijn leraar of goeroe Chankaracharya was, de commentator van de Veda’s en dus iemand die al eeuwen lang geleden gestorven was. Deze man had een geest als leraar.[2]

Jung was bekend met het denken binnen stromingen als het Hindoeïsme. Het is interessant om daar zelf ook naar te kijken, al was het alleen maar om te constateren dat daar andere opvattingen bestaan van concepten zoals tijd en ruimte.


[1] Helmut Barz, Jung en zijn psychotherapie. (Amsterdam, 1989) p. 30 - 31
[2] Carl Gustav Jung, Herinneringen Dromen Gedachten.Een autobiografie. Red. Aniela Jaffé (Rotterdam, 1999)  p. 160 - 161

1 opmerking:

  1. Heel interessant. Op deze manier, uitleg had ik het nog niet eerder gelezen. (sla ik wat over van Jung..?) maar toch komt het overeen met de bron, zoals ik hem noem, zoveel gegevens uit het verleden heeft verzamelt, dat we overal antwoorden op kunnen vinden, mits we bij die bron komen. Echter, denk ik dat die bron alleen de realiteit verzamelde. En realiteit is altijd wat waar is. Omdat het anders een rommeltje zou worden. De bron/ziel is dus zuiver, doordat het op grond van waarnemingen is geschied en geen persoonlijke interpretaties maakt. Daar hebben we het ego voor. Daarom moet ik nog even nadenken hoe het zit met het tweede gedeelte uit jou stukje hierboven. De fantasie.
    Kan zijn dat ik er morgen weer anders over denk hoor, maar het is leuk, weet wat nieuwe uitgangshoeken te onderzoeken. Lieve groetjes, Gonny

    BeantwoordenVerwijderen